Toen de baard enige jaren geleden in het straatbeeld terugkeerde, haalden barbiers gauw hun scheermessen uit het vet. Sterkapper Pascal van Lith en zijn maat Bertie van Rooij haakten aan. Hun zaak richt zich op de mannelijke haar- en gezichtverzorging, dus op het kapsel, de baard en de gezichtshuid. Kortom, Kings Barbers is een men-only kapperszaak.
Men-only met respect voor de vrouw, benadrukt Bertie, die wijst naar de plek waar tot voor kort een gynaecologenstoel stond. “Zo’n stoel maakt een vrouw kwetsbaar. Onze klanten mochten in die stoel plaatsnemen om te weten hoe dat voelt. Geen man die zich eraan waagde.”
“De man mag weer ijdel zijn,” gaat hij verder. Er verschijnt een lach op zijn gezicht: “Bij ons kan hij sterke verhalen vertellen zonder dat zijn vrouw ingrijpt.” Bertie bewaakt het verhaal van de zaak dat hij me met verve vertelt. “Wij hebben geen klanten maar fans.” Kings Barbers heeft vijftig ‘members’. Een member betaalt een vast bedrag per jaar waarvoor hij zo vaak mag komen als hij wil. Het membership is inclusief een feestavond. Sowieso houden ze wel van feesten. Het is zaterdag, half drie, tijd voor het uurtje Andre Hazes. De eerste tonen klinken en gelijk haken Johnny en Pascal aan. Bertie pakt er een microfoon bij, want iedereen die meent te kunnen zingen, mag dat laten horen. Even later stapt een jongeman met een enorme, hoog opgewerkte, glanzende kuif de zaak binnen. “Wow,” fluistert een van de barbiers vol bewondering. “Dat doet hij zelf! Vakwerk hoor.” De jongeman is van de band die hier van vier tot vijf een uur zal spelen. “Dat doen we vaker,” zegt Bertie. “Er zijn klanten die speciaal hiervoor langskomen.” Muziek en een pint, een gouden combi. Bertie vraagt of ik er ook een wil. Natuurlijk.
Zelf kom ik vanwege de armoedige toestand van mijn haargroei nooit bij de kapper. Een tondeuse in de handen van mijn lief volstaat zogezegd. Niettemin probeerde ik me voor te stellen hoe dat voelt als er een scheermes op je keel gezet wordt wanneer je mak achterover in een stoel ligt. Hier is overgave een vereiste, lijkt me. Een van de basisprincipes van gastvrijheid is dat de gastheer ervoor zorgt dat zijn gast zich op zijn gemak voelt. Zet je je gast het mes op de keel, dan moet je over gezonde social skills kunnen beschikken. Pascal beaamt dit en zegt dat hij haarfijn aanvoelt of een klant zich kan ontspannen. Nieuwsgierig naar hoe de klant daarover denkt, vraag ik de man uit Ammerzoden ernaar. “Tja,” zegt hij, achterover gelegen in zijn stoel. “Daar heb ik nog nooit over nagedacht.” Lachend, met het schuim op zijn lippen, richt hij zich tot Johnny, die zijn gezicht inzeept: “Let je wel een beetje op met dat mes, Johnny.”
Bertie wijst op het fraaie logo van Kings Barbers dat in alle hoofdsteunen van de kappersstoelen is gestanst. “Heel bescheiden,” licht hij toe. “Je ziet het niet meteen, maar je voelt het wel. Zo hebben we de zaak hier proberen in te richten.” De deur zwaait open en er stapt een vrouw de zaak binnen. “Goedemiddag mevrouw,” groet Bertie. “Kan ik u ergens mee helpen?” De vrouw knikt: “Mijn man en ik liepen onlangs uw zaak voorbij en hij zei dat hij hier wel eens langs wou. Dus ik dacht, misschien hebben ze wel een cadeaubon of zoiets. Heeft u die?” Bertie roept een van de barbiers erbij: “Dylano, deze mevrouw wil een cadeaubon. Regel jij dat even.”
Net voordat ik de zaak verlaat, valt mijn oog op een tattoo op Pascals onderarm. Het is het logo van zijn eigen zaak. Heel subtiel. Ik wou dat ik een baard had.