Nog geen rijbewijs, gene brommer, maar wel een blauwe wielrenfiets en een vriendin met blond haar. Ik was nog maar een snotneus toen ik stage mocht lopen bij Mari Van Driel, helemaal in Veghel. Ik ben geboren in Vinkel, vlakbij Den Bosch, een dorpje met amper 2000 zielen maar wel met een discotheek waar elke zondag zo’n 700 opgeschoten jongeren aan het bier gingen. Ik ook. En dat was de link, Mari was de dj. Hij woonde in Veghel. Da’s een eind weg!
Op een zondagavond na een paar pilskes, je kocht toen nog een vol blad voor 25 gulden, durfde ik hem om een stageplek te vragen. ‘Is goed vriend’, zei hij meteen, ‘wanneer kan ik beginnen?’ vroeg ik. ‘Morgen?...'
Dat leek me wel wat gortig, maar een week later fietste ik al van Vinkel naar Veghel met in mijn jaszak de route die Mari op een servetje had uitgetekend. Er waren geen mobiele telefoons, laat staan navigatie.
Om kwart voor 8 stond ik voor de deur op Rijnstraat nummer 12, ik had me kapot gefietst op munne blauwe metallic Peugeot renfiets met wielrenstuur en 10 versnellingen. Het was 1984, 17 jaar, nat bezweet, koud in Veghel. Mari deed zelf open, ‘Ha vriend, bender al?, zet zelf maar thee, dan ga ik effe douchen’ het avontuur kon beginnen.
Zijn toen nog 2 medewerkers zaten niet te wachten op een pottenkijker, ja ik moest alles aan het vak nog leren, dus nam hij me zelf onder zijn hoede. Tijdens ritten met gevulde koeken en worstenbroodjes luisterde ik met open mond naar de inspirerende verhalen van deze kunstenmaker. Al snel kon ik me geen andere job meer voorstellen dan deze.
Dus ging ik na mijn opleiding in Utrecht al tijdens de zomervakantie aan de slag bij Etakor. De club van Mari was inmiddels gegroeid naar zo’n 35 koppen van allerlei pluimage. Creatieve einzelgängers, lekkere meiden, boerenpummels en vrachtwagenchauffeurs, schilders, stukadoors, muzikanten en kunstenaars, poetsvrouwen en etaleurs. Supergay of hartstikke hetero, zwart, wit, man vrouw. Het maakte Mari geen reet uit als je maar begreep wat 'liefde voor het vak' inhield. Een sollicitant schreef eens slechts de zin ‘ik kan hard werken’ en werd meteen aangenomen. Hij heette Pimmetje, maar dat terzijde
We werkten er ons werkelijk de tering, als het nodig was haalden we nachten door. ‘Wat nou overuren?’ Liefde voor het vak! We reden met een roestige Opel Record volgepakt naar Keulen, Frankfurt, Brussel en Parijs, sliepen in goedkope hotels met alleen een wastafel en douche op de gang. Puur uit de liefde voor het vak. We leden kou dat het barst in die verrekte beursgebouwen, joegen in 1 avond het verteer budget voor de hele week er doorheen, werden flink opgelicht in een Duitse travestietentent, maar gingen er wel de volgende dag gewoon weer terug, 'voor de liefde voor het vak'.
Kwam Mari zelf even kijken, dan was niks goed! De klootzak, maar na een half uur was ie terug met 15 puntzakken drop en gingen we gewoon door met waar we gebleven waren. Alles voor de liefde voor het vak! En da's gebleven.
Terug Volgende