Een warm houdoe

- 26 november 2025 door John van Niftrik -

Je hebt van die ochtenden waarop je wakker wordt, naar het plafond staart en denkt: fuck this, ik ben er klaar mee. Het soort moment waarop wegvluchten geen lafheid is maar pure zelfzorg. Dus boekten mijn vrouw en ik een hotel. Geen Barcelona, geen Rome, geen gedoe met budgetmaatschappijen, zoekgeraakte koffers of geüniformeerde types die willen dat je je schoenen uittrekt. Niks daarvan. We stapten gewoon in onze eigen auto, zetten koers naar de A2, negeerden Amsterdam als een ex was te veel drama met zich meedraagt. Op naar Alkmaar.

Alkmaar, ja. Die stad waarvan je denkt: serieus? Maar het blijkt dus een verrassend aangename plek te zijn. Parkeren zonder dat je meteen een nier moet verkopen, laadpalen die het doen zonder te zeuren, en de zee op fietsafstand. De binnenstad heeft iets vertrouwds - een vleug je Den Bosch, maar dan met meer water en minder carnaval. O ja, het is bijna 11-11, maar goed.

Ons boetiekhotel wordt uitgebaat door een stel dat ooit een verhuurbedrijf op Curaçao runde, dat blijkbaar genoeg verdient om twee oude panden te kopen én ze vervolgens volledig wit te schilderen. Alles wit. Deuren, trappen, muren, vloeren. Alsof je in een zen-bunker verblijft waarvan de architect net iets te lang onder de snel-bruiner heeft gelegen. Het is mooi, ja, maar na een tijdje schreeuwt je ziel om een spat kleur. Een plant. Een theedoek. Een zonde.

’s Avonds eten we bij Foodbar 1480. Buiten staan kleine glazen kasjes, een soort greenhouse-confessionals post Corona. No thanks. Binnen - hoog pakhuisplafond, ruwe muren, eerlijk materiaal. Het soort plek waar je als ontwerper zachtjes halleluja mompelt omdat het gebouw zelf het werk doet. Niks opsmuk. Gewoon geschiedenis in baksteen en beton. Het eten is goed, de bediening vriendelijk, en ze spreken gewoon Nederlands – yes! ;-) Nog een borrel? Ja, natuurlijk.

De volgende dag dwalen we door de stad en belanden in een vinylwinkeltje. De eigenaar: een Venloënaar die in Amsterdam woont, dagelijks heen en weer pendelt met de trein en weigert ooit nog op kantoor te verschijnen. Zijn levensfilosofie is eenvoudig: vier tripjes per jaar, een goed leven, en verder niemand iets uitleggen. Ik koop wat 33-toerenplaten, gun hem zijn vrijheid en verlaat de winkel met het soort tevredenheid dat alleen een goed gesprek en een nieuwe plaat je kan geven.

Bij terugkomst spotten we een paar deuren verder Kowalski, een tentje dat al van buiten “kom binnen en ontspan je” lijkt te fluisteren. Sabine runt de boel - een creatieve ziel uit Den Bosch (want natuurlijk is ze dat). Ooit werkte ze als ontwerper voor Oililly, en nu runt ze al zeventien jaar een kleurrijk rariteitenkabinet waar je kunt eten, drinken en vrijwel alles kunt kopen wat je ziet. Op vrijdag kookt ze voor de hele buurt. Kei gezellig, zegt ze, je gelooft haar meteen.

De naam Kowalski, smid in het Pools en de naam van een voorheen bokser en worstelaar. Die boksers hebben vaak coole namen, zegt Sabine, zo kwamen we op Kowalski. Onze eerste gast stelde zich destijds trouwens gek genoeg voor als Ed Kowalski, nee niet de leadzanger van de band Live. De vroege bezoeker informeerde even of er Poolse gerechten op de kaart stonden, eh..nee, punt.

We zakken weg in twee roodfluwelen gecapitonneerde Louis Quinze-stoelen - te koop, uiteraard, want alles is te koop bij mensen die van mooie spullen houden. We drinken rode wijn en luisteren naar Sabine’s verhalen. Over de Alkmaarders, een Duitse herder die perfect bij het interieur paste, een ex, een Mechelse herder met een trauma die het bankstel van Sabine opvrat terwijl ze achter de bar werkte, de directie van Oililly, een driewielige Retriever, och…een echte lieverd! Een aardige collega en een oppashond. Een Shih Tzu waar je eigenlijk alleen maar “aaaah” bij kunt zeggen. Alles past hier, hoe chaotisch ook.

Kowalski is precies wat je soms nodig hebt: geen gedoe, geen maskers, geen gedwongen hipheid. Gewoon eten, drinken, verhalen, en een warm Houdoe wanneer je vertrekt. Een plek die net zo doorleefd is als de spullen die er staan.

Als je in Alkmaar bent, ga naar Kowalski. Je komt binnen via de voordeur of de achterdeur - Sabine zal het een zorg zijn. Fnidsen 56. Zoek het uit. En geniet ervan.

Terug Volgende
Een warm houdoe