Een zittende kont heb ik volgens mijn moeder nooit gehad. Met ruim 300 andere idioten ruim 10 uur in een krappe vliegtuigstoel van Amsterdam naar Curaçao is voor mij dan ook op z’n zachtst gezegd een uitdaging. Maar goed, onze jongste zoon woont voor een half jaar in Willemstad en daar heb je als ouders wat voor over. Op naar Schiphol. 3 films, een podcast en 2 zompige warme maaltijden later landen we op Hato Airport. Gelukkig heb ik niet hoeven poepen.
Willemstad, gemiddelde temperatuur 27 graden. Heerlijk! Maar het wordt er elke dag rond zes uur donker en hoewel ik ’s-nachts echt liever in m’n eentje door Den Bosch loop, voelt Willemstad met z’n 100.000 inwoners nog steeds als een groot dorp. We hebben een klein boutique hotel geboekt in de wijk Pietermaai, pal in het centrum en op letterlijk een steenworp afstand van de nodige bars en restaurantjes.
Onze zoon Wessel woont een paar kilometer verder in een studentenhuis, een ommuurde uit de kluiten gewassen turquoise blauwe villa met spuuglelijke goedkoop wit gemarmerde tegels op de vloer, een versleten bankstel, een pisbak, overal wasgoed, een gammele terrastafel, geen airco, maar mét zwembad en privé parkeerplek achter een automatische poort. Wessel vindt het er prima, dus wij ook.
De eerste avond eten we lekker licht, heerlijk verse rauwe vis bij een uitspanning aan het Spaanse water dat zich de Visboer noemt. Je bestelt de vis bij 2 aardige dames aan een koelvitrine en betaalt het gewogen gewicht ervan. Hier kan de goedkope vaak veel te dure sushi shit thuis nog wat van leren. Het smaakt fantastisch.
Op zaterdag hebben we mazzel, ondanks de drukte vinden we een plekje aan een hoge tafel op het terras van een Italiaans restaurantje in Willemstad. Het eten is er prima, als er echte Arrabiata op de kaart staat kan mijn avond niet stuk. De wijn smaakt uitstekend, de sfeer is relaxed. Van een knap interieur is overigens geen sprake, alle gasten zitten buiten, op het terras, op straat, in een aanpalend steegje, zo stel ik me het leven in de Caraïben voor.
We hebben net onze tweede fles wijn geopend als het zachtjes begint te regenen. No problemo, wij zitten tegen de gevel onder een klein balkon voorlopig gewoon droog. Na 10 minuten gaat zachtjes regenen over in een stortbui en vluchten de meeste gasten schuilend onder dunne vestjes en plastic tassen naar hun appartementen en auto’s. Wij niet, want dit heeft wel wat vinden we, bovendien bevindt ons hotel zich letterlijk 40 meter verderop.
Het lijkt alsof de chef het aanvoelt als hij ons uitnodigt om in zijn keuken de avond voort te zetten. Fok it, yes! Hij trakteert ons samen met zijn personeel en een handjevol nog overgebleven gasten op shotjes en dan is het opeens feest. De muziek gaat harder, er wordt gezongen, wij laten de wijn onder de kurk, ik spreek met Wessel af om op onze bank te crashen en gaan dan aan het bier. Fantastisch, Amstel Bright en leuke gesprekken met totaal vreemden. Voor ik het weet is het half 2, het restaurant is al 2,5 uur gesloten maar de chef maakt zich klaarblijkelijk nergens druk over, de dames uit de keuken trouwens ook niet. Doe toch de rekening maar, een flinke fooi en prompt de volgende dag een High Five van de chef als ik hem op straat tegenkom. Dan mag je je wat mij betreft best even in de keuken laten kijken.
Terug Volgende