Met vrienden moet je wandelen

- 16 oktober 2025 door John van Niftrik -

Kwart over negen. Donderdagochtend, vermoed ik. Regen die niet valt, maar stort. Ruitenwissers in gevecht met de hemel. Koplampen aan, asfalt glanzend als natte inkt. In mijn inmiddels tien jaar oude, zwart-metallic Volvo S60 zoef ik met een soepele honderd over de A59, net voorbij de Bossche Maaspoort. Richting Waalwijk. Naast me: Doroté, net nieuw in mijn leven. Ik zeg haar dat ik misschien toe ben aan een andere auto. Mijn accountant vindt me gestoord dat ik nog steeds volle bijtelling betaal voor een wagen die boekhoudkundig allang dood is. “Hij rijdt anders nog prima,” zeg ik nog. Maar dat is niet waar het om gaat, leer ik. Het is 2008

Waalwijk. Bekend terrein, maar niet echt. De Taxandriaweg, daar hield het altijd op — ooit het jongerencentrum ontworpen, eind jaren ’90. Daarna kind aan huis, maar nooit verder de stad in. Vandaag wel. Doroté heeft een afspraak geregeld bij Kandinsky, ergens in het centrum. Een restaurant, vrienden van haar. Ik weet niet wat ik kan verwachten. Vrienden en zaken, een riskante cocktail. Maar Doroté zegt dat het goedkomt. “Michel is net zo’n rare als jij.” Dat helpt.

We parkeren achter de zaak, tegenover een kerk die eruitziet alsof hij alles al eens gezien heeft. Geen parkeermeters nog - andere tijden. Dan komt hij aanlopen: Michel. Chef. Groot postuur, theedoek achteloos over de schouder, legerkisten, armen getekend door vuur en olie. Een man die de keuken lééft, niet speelt. Maar dan begint hij te praten - zachte stem, zorgvuldig gekozen woorden. Interessant contrast. Zijn vrouw, Lonneke, pittig blond, twee koppen kleiner maar duidelijk de baas over de nuance. Binnen vijf minuten is het duidelijk: dit gaat klikken.

Ze hebben de zaak net overgenomen van vader Goof. Geen grootse plannen, geen buzzwords, gewoon de wens om het anders te doen. Niet alles in één keer, uit respect - en uit realiteit. Dat is precies mijn soort project. Geen heilige huisjes, behalve één: de piano. “Van mijn vader,” zegt Michel. En dus blijft die. Vijftien jaar lang zal dat ding prominent, als een totem, in de zaak hangen.

Kandinsky groeit. Niet snel, maar gestaag, zoals goede stoofpot. De menukaart? Onwaarschijnlijk vooruitstrevend voor Waalwijk: oesters, mosselen, steak waar je stil van wordt, vis van visser Sjaak. Slow cooking avant la lettre. Mediterrane invloeden, maar met Brabantse ziel. En wijn - Jezus, wat een wijn. Lonneke blijkt vinologe én bier- sommelier. Wordt zelfs Nederlands kampioen wijnproeven. Een match made in kitchen-heaven.

De jaren vliegen. Onze vriendschap verdiept, goeie gesprekken, borrels, gedeelde interesses, inspiratie en ja, ook wandelingen. Wij bouwen mee., Plafonds, verlichting, bar, terras, gevel, toiletten — alles verandert, groeit, veroudert en herrijst. Een voortdurende metamorfose.

Kandinsky is allang geen eetcafé meer. Het is een instituut geworden, met een team dat weet wat gastvrijheid betekent. En terwijl de wereld wankelt - corona, verlies, afscheid van broer Peter en vader Goof - blijven Michel en Lonneke overeind. Niet zonder littekens, maar sterker, nu met hun eigen zonen.

Dertig jaar inmiddels. Een mijlpaal. Elke maand een feest, een herinnering, een nieuw verhaal. De piano is niet langer een piano. Hij is Fenix geworden - een levensgrote vogel van hout en staal. Hij kijkt toe, altijd. Zoals Goof dat deed. En je weet: sommige dingen verdwijnen niet. Ze veranderen gewoon van vorm.

Terug Volgende
Met vrienden moet je wandelen